De Brewster Buccaneer wordt beschouwd als één van de slechtste vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. In 1939 begon de US Navy een programma om grotere verkenners/bommenwerpers voor gebruik vanaf vliegdekschepen te ontwikkelen. In hetzelfde jaar kreeg Brewster de opdracht een prototype van hun Model 340 te bouwen. Dat toestel vloog in 1941 voor het eerst. Tijdens de beproevingen moesten vele wijzigingen worden doorgevoerd. Dit leidde tot veel vertraging en zo’n 22% toename van het startgewicht, waardoor de prestaties flink afnamen. De stabiliteit en de wendbaarheid van het vliegtuig lieten ook te wensen over.
Inmiddels waren er veel Buccaneers besteld. Naast 140 stuks voor de US Navy had Frankrijk 250 stuks besteld, die vervolgens werden overgenomen door Engeland, die er zelf ook nog 500 extra bestelde als Brewster Bermuda. Australië had 243 Bermuda’s besteld. Nederland had 162 stuks besteld voor gebruik in Nederlands Indië.
Nadat de US Navy de leiding van Brewster had overgenomen wegens wanbeleid, begon in 1942 de productie van de SB2A, alleerst voor Engeland. Inmiddels had Australië de orde afgezegd en was Nederlands Indië bezet door Japan. De Nederlandse bestelling werd daardoor doorgeschoven naar de US Marine Corps en ging daar in dienst als SB2A-4. Het oordeel van alle gebruikers uit Engeland en Amerika was eensluidend: de Buccaneer/Bermuda was ongeschikt voor oorlogstaken. De vliegtuigen werden uiteindelijk gebruikt als doelsleper of voor training. Vele exemplaren werden gesloopt zonder operationeel te zijn ingezet. Uiteindelijk werd de productie in 1944 stopgezet nadat er uiteindelijk 771 Buccaneers/Bermuda’s waren gebouwd. Zo zie je maar weer dat een vliegtuig dat er op zich helemaal niet zo verkeerd uitziet, toch een totale mislukking kan zijn.
In tegenstelling tot wat ik dacht is de Special Hobby SB2A niet nieuw, maar was het model al eerder uitgebracht in 2009 in twee andere uitvoeringen. Leve de Scalemates website waar je dit soort informatie kan vinden! Dat verklaart ook meteen waarom de inhoud van de doos "Special-Hobby-van-de-oude-stempel" is, dus een short-run kit. Daar is helemaal niets mis mee en de Buccaneer rechtvaardigt nou niet echt een dure spuitgietmatrijs voor grote series bouwdozen, zoals Special Hobby die tegenwoordig ontwikkelt.
In de doos zitten drie gietramen van het bekende gijze, zachte plastic, die er vertrouwd Tsjechisch short-run uitzien. Overwegend strak gegoten, hier een daar een gietrand, wat flash of wat hoge uitdrukpennen, die zich meestal makkelijk laten verwijderen, indien nodig. Zoals gebruikelijk zijn er geen paspennen, -tongen en dergelijke, dus enige ervaring bij het bouwen is wel een vereiste. De oppervlaktedetails zijn inliggend en heel fijntjes. De Buccaneer was een duikbommenwerper en heeft net als zovele andere Amerikaanse ontwerpen geperforeerde duikremkleppen. De betreffende plastic onderdelen zijn gelukkig ook geperforeerd en zijn bovendien mooi dun. Het glaswerk is ook spuitgietwerk en is mooi helder en dun. Helaas zijn alle schuifkappen dicht gegoten. Wie wat open wil zetten zal moeten gaan zagen. Wel jammer, want het interieur is enorm gedetailleerd! Naast het plastic zijn er de nodige resin onderdelen, onder ander voor het interieur en voor de Wright R2600 stermotor. Die motor wordt opgebouwd uit een krukkast waarin 14 losse cylinders worden gelijmd. Er is ook een klein setje geëtst metaal. Deze voorziet onder andere in stoelriemen en ophangpunten onder de vleugels.
De decals voorzien in 3 kleurenschema’s van de US Marines uit 1943-1944, waarvan één met verweerde kentekens op de vleugels en, voor Nederland interessant, een "What-If" schema van de ML-KNIL in Jongblad/Oudblad camouflage, aluminium kleurige onderkant en oranje driehoeken. Een leuk idee! Het decalvel ziet er keurig uit.
De bouwbeschrijving is tegenwoordig in kleur, dat helpt enorm met de kleuraanwijzingen. Wel is de bouwbeschrijving hier en daar een zoekplaatje, vooral bij de bouw van het gedetailleerde interieur. Heen en weer bladeren tussen de verschillende stappen is aan te raden om te zien hoe een en ander moet zitten. In principe zouden de achterste mitrailleurs ook onder een gesloten kap geplaatst moeten kunnen worden. Of dit bij het model ook echt lukt is niet echt duidelijk en zal moeten blijken. In de bouwbeschrijving wordt bij het plaatsen van de mitrailleurs uitgegaan van een opengezaagde kap. En dat is nogal een risico. Het was fijner geweest als er ook onderdelen voor een open kap waren bijgevoegd. De cilinders van de stermotor moeten nog worden voorzien van zelfgemaakte stoterstangbuizen. Dat is Special Hobby vergeten aan te geven in de bouwbeschrijving.
Alle vier de kleurenschema’s zijn met vier-aanzichtentekeningen in kleur aangegeven. De kleuren voor de Amerikaanse versies zijn correct. Voor de What-If ML-KNIL uitvoering geeft Special Hobby andere kleuren aan dan Max Schep in zijn standaardwerk over de kleuren van ML-KNIL vliegtuigen aangeeft: Jongblad en Oudblad zijn vergelijkbaar met respectievelijk FS34052 en FS34095. Van Sovereign Hobbies Colourcoats zijn Jongblad en Oudblad te koop als enamel verf.
Samenvattend: een uitstekende short-run bouwdoos van een niet zo’n uitstekend vliegtuig voor een aangename prijs. De What-If ML-KNIL kentekens maken het model aantrekkelijk voor bouwers van Nederlandse vliegtuigen als is het natuurlijk nooit zo ver gekomen. Daarom heb ik het model ook gekocht. Zoals altijd is een gedetailleerde short-run kit als deze alleen geschikt voor ervaren bouwers.
Met dank aan de eigen portemonnee,
Reviewer: Peter Booij
deze eerste indruk werd op de IPMS.NL website gepubliceerd 2 september 2020