revell-seavenom

 
Model : DeHavilland Sea Venom 
Merk : Revell (Matchbox mal)
Schaal : 1/32

Doosnummer: 04709.
Prijs Circa € 18,- (tegenwoordig heel weinig dus!).
Nieuw model? Nee, heruitgave Matchbox model PK-506 uit 1980.


Aantal onderdelen: Ongeveer 110, maar nu gelukkig in geheel wit plastic. Verder identiek aan het Matchbox model met gelukkig een krasvrije cockpitkap. Op een aantal plekken zitten wat krimpdeukjes zoals in de ongeleide raketten.
Geschikt voor: De modelbouwer met wat ervaring.
Schaalnauwkeurigheid : Niet gecontroleerd, maar ik heb nooit klachten gehoord over dit aspect. Waarschijnlijk is er voldoende informatie in Engeland gebruikt voor dit Engelse model. Gelijkenis: Prima, het lijkt zeker een Sea Venom.

Aantal versies: Sea Venom FAW 22 (Royal Navy), Sea Venom FAW 53 (Royal Australian Navy), Venom NF.3 (Royal Air Force). De kleine verschillen zoals andere wielbakken, deuren, rompstaart en dergelijke zitten als extra onderdelen bij het model en staan goed aangegeven.

Geschiedenis: De Sea Venom werd ontwikkeld uit de Venom, die voortkwam uit een ontwikkeling van een tweezitsversie, na de Tweede Wereldoorlog, van de De Havilland Vampireserie. De Sea Venom was één van de eerste goed inzetbare Engelse vliegkampschiptoestellen met een pijlvleugel uit de begin jaren vijftig. Schema’s: Versies met Extra Dark Sea Grey, Witte of Sky onderkanten (RN, RAN) of gecamoufleerd voor de RAF versie.
Decals: Nieuwe decals van goede kwaliteit voor drie schema’s: (1) Royal Navy 894 NAS (Albion 1960), (2) Royal Air Force 89 squadron (1955), (3) Royal Australian Navy 724 NAS op HMAS Melbourne (1962); de schema’s zijn iets anders dan in de oude Matchbox kit.

Bouwbeschrijving:  Goed, met 55 stappen en beter dan die van Matchbox, kleurgegevens helaas alleen met Revellkleuren (zie hierna). De Revellbouwhandleiding geeft goed weer de diverse versies en ontwikkelingen. Alleen wordt de kleur voor de onderkant van de Australische Sea Venom verkeerd aangegeven; dit moet zijn Sky. Detaillering: Nogal ruw naar huidige maatstaven, maar met genoeg mogelijkheden. Paneellijnen zijn opliggend en het zijn er maar een paar; dat klopt want er werd nog met hout gewerkt in met name de romp die dan met linnen werd opgespannen. Er zit een motor in het model en het bovenluik is los; je moet dan wel extra details aanbrengen op deze schaal. De cockpit details zijn echt heel eenvoudig. Het model kan zo uit de doos met opgevouwen vleugels worden gemaakt, maar dan moet je opnieuw de scharnieren detailleren. De bewapening bestaat uit ongeleide raketten. Verder zijn nog twee tiptanks bijgeleverd. In de doos zitten verder twee cockpitkappen voor de diverse versies. Het glas is wel wat dik, maar als je ze open zet en voorziet van wat scharnierdetails valt dat niet zo op. Als je dit model wilt detailleren zijn er naar mijn weten geen resin setjes te koop, je moet dus aan de gang met plastic plaat en “stretched sprue”.

Passing: Redelijk, hier en daar plamuur nodig. De motorafdekplaat past slecht, dit vraagt schuren en plamuur. Als je de staartbomen netjes uitlijnt, valt het plamuurwerk daar weer mee.

De bouw: Lijm, als je de vleugel niet opvouwt, eerst de ondervleugelhelften aan elkaar om alles recht te krijgen. De bovenhelften moet je wat dunner vijlen bij het kopse lijmvlak. Je kunt het bovenluik met de motor ook dicht monteren, scheelt heel veel detailleerwerk. Het openboren van de kleine in- en uitlaatjes op diverse plaatsen in de romp middensectie maakt het geheel nog wat mooier. Verder is het mooi om de schietgaten van de kanons open te boren. Ook is het mooier boven de motoruitlaat een gebogen plafonnetje aan te brengen van dunne plastic plaat. Van de motorinlaattunnel zie je niks, besteed daar niet teveel aandacht aan. Lastig is dat de cockpitrand meegegoten is met de glazen onderdelen; dit maakt montage erg lastig want je moet vullen tussen de cockpitrand en de romp. Bescherm dus goed het windscherm met afplaktape. Bovendien moet je alles van te voren netjes schilderen. De cockpit met de Martin Baker Mk.4A-stoelen vraagt om details. Het is zeker de moeite waard want ze zijn goed zichtbaar door de grote kap. De vorm van stoelen in de doos is niet eens zo slecht als je die vergelijkt met de weinige foto’s op het internet. Geef de stoelkussens maar de kleur van leer met riemen van lichtbruin geschilderde tape. Een nieuw instrumentenpaneel gemaakt van dunne plastic plaat waar je gaten in boort is de moeite waard, de instrumentdecals van Revell zelf zijn wel erg wit en eenvoudig. In de neus moet veel, ja veel, gewicht om te voorkomen dat het model op zijn staart blijft staan. Het onderstel is netjes en een enkele remleiding aanbrengen loont. Ik heb de asbusjes (nr. 34) niet gebruikt, maar de wielen vast op de as gemonteerd. Het gat kun je vullen met houtlijm en in de kleur van de wielnaaf aluminium schilderen. De neuswielhelften passen niet helemaal en zien er gek uit; het is echter correct want het is een “anti-shimmy” band. Verder heb ik de neuswieldeur (nr. 60) vervangen door dunnere plastic plaat. Vervolgens heb ik de diverse antennes vervangen door dunnere stripjes plastic en stretched sprue.
Afwerking: Volgens mij zijn de kleuren voor de Engelse FAA Sea Venom Dark Sea Grey (bijvoorbeeld Humbrol 123) en wit; voor de Australische kist ook, maar dan met Sky onderkant (Humbrol mat 90). Onderop de vleugels en het stabilo zitten Dark Sea Grey voorrandjes, dus dat is een lekker afplakklusje. De decals zijn prima, ik beveel je aan ze aan te brengen op een flinke glanslaag; zelf breng ik achterop decals altijd een laagje Johnson Klear parketlak aan tegen luchtbelletjes. Wel viel me op dat de Revell decals niet overal goed de kleur dekken, met name in de witte stukken.

Conclusie: Wat was ik blij met deze heruitgave met mooie Revell decals. Het is een prima model als basis en met wat extra detailleringswerk is er een leuk 1/32 model van te maken. En het is weer eens wat anders dan al die Amerikaanse Navyjets.
Met dank aan Revell voor het recensie exemplaar.

Referenties:
De Havilland DH112 Venom and Sea Venom, Warpaint serie, no. 44.
Air International Vol. 39, pagina 81, artikel. Aeroplane Monthly, 1978, pagina 300.

Kijk voor een uitgebreid bouwverslag van de reviewer op Meindert's website
 
Reviewer: Meindert de Vreeze
 
Verschenen in IPMS / MIP 2008-2

 


 

Op deze IPMS Nederland website staat maar een beperkt deel van onze recensies. In het clubblad MIP staan alle recensies! Wordt dus vooral IPMS lid om ons mooie blad te ontvangen!