Op deze lenteavond waren er weer ongeveer 30 bezoekers, maar tellen is lastig in zo’n menigte. De tafel was ook weer flink gevuld.
Dit keer zelfs een paar schepen, zij het heel klein, schaal 1/600 en 1/700, respectievelijk de HMS Eagle helikoptercarrier en de Duitse Z38 destroyer. Zelden gezien was de onderzeeër Huntley uit de Amerikaanse Burgeroorlog, schaal 1/72. Ook waren er deze keer nogal wat rupsvoertuigen, ook in verschillende schalen. Prominent was een Leopard 1/35, verder een Jagdpanzer, een Fins Sturmgeschuetz en een T72, schaal 1/72. Ook vierwielers waren er in diverse maten. Een VW Caddy, drie Grand Prix racers uit vroegere tijden en een Tyrrell-Ford.
Uiteraard vormden vliegtuigen weer de hoofdmoot. In 1/48 een P-51 Mustang in aanbouw, en afgebouwd een Britse Corsair en Hellcat, een Me-109, een FJ-4 Fury in Matchbox kleuren, een MiG-15, een Morane-Saulnier kloon van de Fieseler Storch en een Canadese T-33 in demokleuren. Ook in 1/72 was het nodige uitgestald. Een Potez 514 (zeldzaam!), de Scheldemeeuw, nu helemaal klaar zo te zien, een Pitts Special, een CANT Z1007, een Skyhawk in Matchbox kleuren, een MLD TBW Avenger, een F7U-1 en een F7U-3 Cutlass, een RWD-4, een KLu Proctor en in aanbouw een FK49A en een Dakota met Dart motoren.
Rob de Bie gaf een presentatie over het jureren van modellen, in vervolg op een eerdere presentatie van Huub van Dijk. Beoordelen blijft een bron van discussie, zo bleek opnieuw. Ten slotte werd de voortgang van de ESM stand besproken, het belooft weer fraai te worden. Donaties van de clubleden zijn wel nodig om een en ander te verwezenlijken.
Dick Boogaard
Opmerking: de IPMS website laat de foto's verkleind zien. Als je de pagina vergroot tot 130% zie je de foto's in volle resolutie. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de toetscombinatie Ctrl en +
Op de modellentafels stond een mooie selectie modellen uit zowat alle categorieën. Het fotoverslag is deze keer 39 foto's lang, ga er dus maar even voor zitten! Wederom dank aan de fotografen Rody Verkruissen en Patrick Verschut die elke avond trouw hun werk doen. Helaas zijn de twee kleine schepen gemist, deze zijn waarschijnlijk pas laat op de tafels gezet, want ze zijn bij het overzicht van de modellentafel niet te zien.
Luuk Boerman bracht twee modellen mee, die hij gebouwd had met zijn eigen Dutch Profile 'Dutchies in de FAA' decalset. Bovenaan een Hasegawa 1/48 Corsair Mk.IV van 1853 Squadron van de Fleet Air Arm, MLD-vlieger Schuilling was commandant van dit squadron. Onderaan een 1/48 Hellcat II van 1839 Squadron van de FAA, de vlieger was Boon van Osschee, hij opereerde van de HMS Indomitable in 1945. Beide zijn in overall Gloss Sea Blue.
Leo Ripken toonde nogmaals zijn Matchbox 1/72 A-4N Skyhawk met IDF/AF decals, die later onder druk van de export vervangen werd door andere decaloptie.
Ken van Es had zijn Revell 1/48 MiG-15bis recht uit de doos gebouwd. Het model had een mooie cockpit en straalmotor. Willem Lesterhuis is weer verantwoordelijk voor het spuitwerk, een rode uitvoering van het Russische stuntteam. Het model was een tussendoortje voor het model waar Ken nu mee bezig is: een diorama van een Messerschmitt Me 262.
Patrick Verschut toonde zijn Supermodel 1/72 CANT Z1007 Monoderiva. Wederom was het een oud model dat hij lang geleden bij de toenmalige Luchtvaart Hobby Shop had gescoord bij een schuurverkoop. De vorige eigenaar had diverse onderdelen met papierplaktape bij elkaar gehouden. Na een paar decennia uitdrogen, was dat spul bijna niet te verwijderen, het moest afgeschuurd worden. Het model is uit de jaren zeventig, zodoende was het interieur redelijk eenvoudig. Zo was bijvoorbeeld het stuur was in de zijwand gebouwd, en het bommenruim 'zweefde' met kieren aan de zijkant van 3 mm. Patrick heeft dat opnieuw opgebouwd op basis van beperkt materiaal op internet. De opliggende paneellijnen heeft hij weggeschuurd en ingegraveerd. De bomluiken waren aan de dikke kant, die heeft hij vervangen door aluminium van een colablikje. Voor de rest was het gewoon een leuk model op te bouwen. Het model is gespoten met Humbrol. De groene vlakjes zijn uit de hand gespoten met een Harder en Steenbeck airbrush, met een wattenstaafje met terpentine bij de hand om de overbodige verfspetters snel te verwijderen. Patrick dankt Ruud van Zoomeren voor de decals.
Leo Ripken had de Matchbox 1/48 FJ-4 Fury net af, ongeschilderd met de kitdecals. Officieel heeft het model drie plastickleuren, maar je ziet er maar twee. Desondanks is het een leuk model geworden.
Jaap de Vries had de Academy 1/48 Lockheed T-33 gebouwd als 'Red Knight' solo aerobatic demo van de Canadian Air Force in 1967. Het model heeft een resin cockpit van Black Box, de decals zijn van Leading Edge. Jaap meldt dat de Academy kit is inmiddels ingehaald door het veel betere Great Wall Hobbies model.
Frits Krieg had zijn Fujimi 1/48 Messerschmitt Me-109K-4 recht uit de doos gebouwd, als toestel van Hauptmann Mentzel van 9/JG77 te Neuruppin in 1944. Het model paste goed, en Frits had Vallejo verf gebruikt.
Rody Verkruissen bracht twee vliegtuigmodellen mee. Bovenaan de Revell 1/48 Mustang 'Miss America' in aanbouw. Hij had de vleugeltips ingekort en in de juiste vorm gemaakt, het stabilo is ingekort, de propeller is nieuw, en in de cockpit zit nu een extra stoel. Onderaan de A-Model 1/72 Pitts Special S2A, recht uit de doos. Het wit is gespoten met Tamiya, de vleugelranden zijn met het penseel Vallejo rood geschilderd.
Jan de Wit was bezig met een conversie van de Airfix 1/72 DC-3, en wel met Rolls-Royce Dart turbopropmotoren, bekend van de Fokker Friendship. De conversieset is van Aircraft in Miniature uit de Transport Wings serie. British European Airways heeft in de periode 1951-1953 twee van deze toestellen gehad, voornamelijk om ervaring op te doen met turboprops. Het waren de allereerste turbopropvliegtuigen in commerciële dienst. BEA was er zeer tevreden over, ze ook bijna geen problemen hebben gehad met deze toestellen. Ze hadden een plafond van ongeveer 23.000 voet en daardoor was het voor de verkeersleiding best lastig te begrijpen dat het hier om een Dakota ging gezien de snelheid waarmee en hoogte waarop deze vlogen. Het model gaat afgewerkt worden met aluminium keukenfolie.
Dick Boogaard toonde wederom drie naoorlogse modellen. Bovenaan de Sword 1/72 TBW Avenger in MLD-kleuren. Het was een goed te bouwen kit, alleen had Dick wat twijfels over de afmetingen en plaatsing van de roundels. In het midden een Aurora 1/70 F7U-1 Cutlass, de voorserie van veertien stuks, echter het was een mislukking. Onderaan de Fujimi 1/72 F7U-3 die wel in dienst kwam maar 'widow maker' genoemd werd. Het vloog goed, maar het toestel had veel mankementen en verraderlijk gedrag, en werd snel afgevoerd.
Rients Couperus bracht eveneens drie modellen mee. Bovenaan de Tri-ang 1/72 Percival Proctor IV in de kleuren van de KLu. De luchtmacht ontving in 1946 een Proctor III en tien Proctor IVs, alle zilver geschilderd. Daarna werden ze gecamoufleerd en ten slotte geel gespoten, en dit laatste kleurenschema had Rients gebouwd. De kleuren zijn overgenomen van een PH-Blue model, de radiografische KLu modellen. Het was het eerste model waarbij hij complexe antennes heeft aangebracht. In het midden ZTS 1/72 RWD-5, een Pools toer- en sportvliegtuig uit 1931, in een zilverkleurig en bloedrood kleurenschema. Onderaan Revell-Esci 1/48 Morane-Saulnier MS 502 Criquet, een Fieseler Storch met stermotor zoals na de oorlog gebouwd in Frankrijk.
Rob Hamann had twee modellen uit eigen productie op de tafel gezet. Bovenaan het prototype resin kit van de 1/72 Koolhoven F.K.49A vooor de Finse kustwacht uit 1939/1940, waarbij de resin onderdelen met tape aan elkaar geplakt zijn. Dit model is een variant van de LVA F.K.49, waarvan het model onlangs is uitgebracht, verkrijgbaar bij de LHS. Voor een eerste gieting zag het er goed uit en tot nu toe zijn geen problemen gevonden. Onderaan de voltooide 1/72 De Schelde Scheldemeeuw, een vliegbootje met een spanwijdte van (op schaal) negen en een halve centimeter. Dat was tegelijk ook het grootste probleem bij de bouw: het was zo klein en licht dat het model vrijwel niet te hanteren was. De gebruikte bouwmethode, met ingekerfde ribben en een uit spanten opgebouwd rompje, was echter wel redelijk uitvoerbaar. Er is maar één Scheldemeeuw gebouwd, oorspronkelijk geheel uit hout en later met een metalen romp (of boot, zoals die genoemd werd). Bij de eerste vlucht in 1936 wierp het vliegtuig bij start en landing zoveel water op, dat de cockpit eerder een badkuip leek, en dat de houten schroef na een paar vluchten al ernstige erosie begon te vertonen. Dat is later verholpen door de cockpit dicht te maken en de schroef te voorzien van metalen voorranden. Omdat vliegboten meestal nogal wiebelig op de kiel rusten, heeft Rob het karretje nagebouwd uit styreen op basis van foto's, nog kleiner en lichter dan het model zelf. De bouwduur viel mee: vier maanden doorlooptijd, maar netto zo'n twee maanden, omdat daarnaast ook nog andere modellen gebouwd zijn.
Henk de Jong toonde zijn AZ Model 1/72 Potez 540. Het is het oude Heller model met een paar onderdeeltjes toegevoegd om er een transporttoestel van te maken. Het model is in de kleuren van de Lignes Aériennes Militaires van de Vrije Fransen, en opereerde in 1942-1943 vanuit Zouar, Frans-Equatoriaal-Afrika, in het deel wat tegenwoordig Nigeria is.
Walle Oppedijk van Veen had een Revell 1/35 Leopard 1 voor een vriend gebouwd, die in 1975 commandant was van het eerste peloton van het Alpha Eskadron van 102 Verkenningsbataljon, Regiment Huzaren van Boreel. De markeringen van het model zijn daar zoveel mogelijk op aangepast. De aanduiding 'Ventje' verwijst naar de roepnaam die de pelotonscommandant kreeg van zijn toenmalige opleidingscommandant. Deze roepnaam heeft in werkelijkheid nooit op een voertuig van het Eskadron gestaan; een persoonlijk grapje dus. De sjablonen voor het spuitwerk van de markeringen zijn gemaakt door clublid Benno Groot Wassink. De tankbemanning is van Hobby Fan en Academy.
Marcel Chmura bracht zijn Revell 1/72 T72M1 mee, gebouwd in de DDR uitvoering, zodoende met weinig decals behalve de DDR kleuren en nummers zoals gebruikelijk is bij Warschaupact voertuigen. De M1 versie van de T72 is de exportversie en niet de meest moderne en van de nieuwste apparatuur voorzien in verband met geheimhouding ten opzichte van het westen in de koude oorlog. Het is een heel leuk kitje om te bouwen, soms wat gepriegel maar niks frustrerend. De kwaliteit van deze Revell kitjes is volgens Marcel erg goed en de algemene kwaliteit van 1/72 voertuigen is met sprongen vooruit gegaan. De tank is geairbrushed met Mig en Vallejo verf, te weten Russian Green en US Light Green, om contrast te krijgen. De Mig Russian Green is de WWII versie, en die is lichter dan de huidige verfsoorten. Dat heeft ook als voordeel dat het model niet te donker wordt na het verweren, zeker in zo'n kleine schaal als 1/72 is het mooi als het voertuig wat lichter is.
Ruud van Zoomeren was een Italeri 1/72 Sturmgeschutz III Ausf. G als een Finse Sturmi aan het bouwen. Hiervan zijn er in 1943 dertig door Duitsland geleverd. Ze vormden de ruggengraat van de Finse Pantserdivisie. Ruud heeft op de achterzijde een pakkist van card gemaakt, en een paar boomstammen tegen de opbouw gemonteerd.
Brian Kirwan toonde zijn Revell 1/35 Jagdpanzer IV L/40 (Sd. Kfz.162) Ausf F van de Panzer-Lehr-Division in Chaumont (F) juli 1944. Het Revell model is van origine een Dragon kit uit 1996. De kit past goed en is van de bekende Dragon kwaliteit. Brian had het model in het ver verleden recht uit de doos gebouwd maar had er pas recentelijk een diorama van gemaakt. De figuren zijn van diverse Dragon en Tamiya setjes. Het kleurschema was een van de opties van de kit, en het diorama was geïnspireerd door een foto van een verlaten exemplaar in Normandië.
Leo Ripken toonde ook zijn Matchbox 1/32 Tyrrell P34/2 Ford zeswieler. Deze F1 auto uit 1977 probeerde de luchtweerstand te verlagen met vier kleine in plaats van twee grote voorwielen. Het was geen groot succes maar er waren toch vier podiumfinishes. Het model heeft drie kleuren plastic, maar het was volgens Leo een verschrikkelijk lastig ding om te bouwen, met heel veel kleine tere onderdelen. Het model was ook nergens meer vast te houden zonder wat te beschadigen. Maar het resultaat is wel heel gedetailleerd.
Rody Verkruissen had zijn Revell 1/25 Ford 5-window coupe recht uit de doos gebouwd en gespoten met Humbrol.
Frans Verkruissen had drie oude Merit 1/24 kits meegenomen, die hij in de jaren zeventig gebouwd had, en alleen wat opgefrist had. Bovenaan de Vanwall VW2 uit 1956, ontworpen door Colin Chapman en Frank Costin. In het midden Gordini T16 uit 1952, een formule 2 auto die ook in formule 1 wedstrijden ingezet werd. Onderaan de BRM P25 uit 1956, een auto die vijf jaar gebruikt werd, maar heel vaak uitviel. Alle modellen zijn met de hand geschilderd met Humbrol enamel.
Wim Hoogendoorn liet de vorderingen met zijn gecombineerde C1 Models / Revell 1/24 Volkswagen Caddy zien. De resin body is van C1 Models en de donorkit is de Revell VW Golf GTI. Wim had veel werk gehad om de resin body toonbaar te krijgen, en heeft deze gespoten met Tamiya en 2K blanke lak van Zero Paint.
Brian Kirwan toonde zijn Flagship Models 1/72 CSS Hunley. Gebouwd in Mobile (Alabama) in 1863 tijdens de Amerikaans Burgeroorlog was de Hunley de eerste onderzeeër die een schip (USS Housatonic) tot zinken heeft gebracht op 17 februari 1864 in de haven van Charleston. De Hunley is na de aanval verdwenen, maar op 3 mei 1995 vond de auteur Clive Cussler en zijn team de onderzeeër. De bemanningsleden werden na jaren onderzoek geïdentificeerd en in 2004 begraven. De Hunley zelf staat in een museum. De kwaliteit van de kit is redelijk: de resin onderdelen waren OK, de foto-ets mooi, heldere CAD-achtige instructies, maar het is erg ambitieus allemaal. Oneffenheden in de resin zijn gerepareerd met Evergreen, Milliput en Grandt Line klinknagels. Er is erg weinig lijmoppervlak en je moet een beetje creatief zijn om alles voor elkaar te krijgen. Het model klopt niet 100% met het origineel, maar ja, zoveel Hunley experts zijn er ook niet. Brian concludeert: "Uiteindelijk heb je iets redelijk zeldzaams en unieks in je verzameling, en het is weer wat anders dan een Spitfire of 109".
Rob de Bie toonde drie scratchbouwprojectjes. Links een 1/48 AN-M66 bom die tot het wapenpakket van de KLu Thunderstreak behoorde. Het was een zware WO2 bom van 1000 kg, voorzien van een modernere 'high speed' staartsectie. De staartsectie was zelf gebouwd met een 1/72 Starfighter radome als startpunt, het bomlichaam was een omgebouwde resin bom. In het midden eveneens een 1/48 KLu Thunderstreak wapen: de M116 napalmbom, omgebouwd uit een brandstoftank uit de reservedoos. Van zowel de AN-M66 als de M116 zijn siliconen mallen gegoten, om een paar extra resin exemplaren te kunnen produceren. Rechts een 1/24 band voor een raceauto, opgebouwd uit plastic strip, bij gebrek aan een draaibank. Eenmaal geschilderd is de band nauwelijks te onderscheiden van een rubber band.
Tot slot nog wat sfeerfoto's van de gezellige bijeenkomst.
Tekst: leden / Eindredactie: Rob de Bie / Foto's: Rody Verkruissen & Patrick Verschut